In talloze landen bezetten activisten pleinen en straten uit protest tegen de macht van de financiële instellingen en falende politiek. De bezettingen moeten uitgroeien tot een brede beweging. “Occupy is een model voor een nieuwe maatschappij, het is zelf de eis.”
“Mic check, mic check”, roept een jonge man luidkeels. “Mic check, mic check”, schalt het daarna uit alle hoeken en gaten over het Beursplein in Amsterdam waar Occupy sinds 10 oktober haar tenten heeft opgeslagen. Talloze mensen komen uit hun tenten tevoorschijn en herhalen luidkeels de woorden van de eerste spreker. De ‘mic’ die hier wordt bedoeld, is een ‘human mic’, een menselijke microfoon. Elke uitgesproken zin wordt door de omstanders luidkeels herhaald, opdat iedereen op het plein kan meeluisteren.
Deze menselijke microfoon werd bedacht door de activisten van Occupy Wallstreet. Die houden sinds 17 september het Zuccotti Park vlakbij de vermaarde Amerikaanse aandelenbeurs bezet, uit protest tegen de macht van de banken en de in hun ogen falende politieke elite. De New Yorkse politie tolereerde de bezetters, maar het gebruik van een geluidsinstallatie werd hen verboden. Door deze menselijke versterking is het voor de bezetters toch mogelijk om zich in een grote menigte verstaanbaar te maken en met elkaar te overleggen.
Handgebaren
Hoewel er op het Beursplein een geluidsinstallatie aanwezig is, heeft Occupy Amsterdam deze methode van communiceren overgenomen. De jongeman roept met de human mic op voor de General Assembly, de algemene vergadering, die dagelijks om half 7 ’s avonds plaatsvindt. Aan het begin van de vergadering worden door de dagelijks wisselende moderators de spelregels uitgelegd. Om te voorkomen dat mensen door elkaar heen praten, zijn er handgebaren waarmee je kunt aangeven dat je het ergens mee eens bent, iets wil zeggen, of de spreker te lang van stof vindt. Ook voor een technisch punt, haantjesgedrag, seksisme of racisme zijn aparte handgebaren.
Tijdens de algemene vergadering komen uiteenlopende agendapunten aan bod. Van de verdeling van dagelijkse taken, tot het organiseren van nieuwe acties en de oprichting van werkgroepen die ideeën moeten formuleren voor nieuwe vormen van economie en politiek. De human mic en het streven naar consensus maakt de vergaderingen tijdrovend, maar zorgt er wel voor dat elke spreker wordt gehoord en relevant lijkt; zijn of haar woorden worden immers onvoorwaardelijk door alle anderen herhaald. Omdat het schier onmogelijk is om op deze wijze een gecompliceerd verhaal af te steken, presenteert iedereen zijn ideeën doorgaans in begrijpelijke en korte zinnen. En doordat opponenten gedwongen zijn elkaars woorden te herhalen, lijkt er eerder begrip voor elkaars standpunten.
Directe democratie
Zo zijn de algemene vergaderingen van Occupy een oefening in egalitarisme en directe democratie, een directe uiting van de ideeën van deze beweging die vindt dat iedereen moet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven en het politieke debat. Het huidige politieke debat wordt volgens de Occupiers gevoerd door een politieke elite die aan de leiband loopt van de banken en grote financiële instellingen. Deze maken in de huidige wereld de dienst uit en hun astronomische winsten gaan naar een gering aantal mensen, de 1 procent superrijken. De rest van de wereldbewoners, de 99 procent, wordt afgescheept met een fooi.
Na de bankencrisis in 2008 leek het er even op dat de rijkdom van deze 1 procent als sneeuw voor de zon zou verdwijnen. Maar al snel schoten overheden hen te hulp. Om een ernstige financiële crisis te vermijden, werden miljarden dollars en euro’s – alleen in Nederland al zo’n 150 miljard – in de banken gepompt. Dat werkte. De banken herstelden en maakten al snel weer winst, de bonussen vloeiden weer rijkelijk, en alles leek weer koek en ei.
Niet dus. Veel particulieren bleven achter met enorme schulden, het consumentenvertrouwen slonk, de werkloosheid steeg. Steeds meer westerse overheden kampen door afnemende belastingopbrengsten en stijgende uitgaven, maar vooral door de reddingsacties van de banken, met enorme tekorten. De bezuinigingen die regeringen nu, al dan niet vrijwillig, doorvoeren, treft uiteraard niet de 1 procent rijken, wel de 99 procent. In ons land zijn de gevolgen van de economische crisis en bezuinigingen op publieke voorzieningen nu nog niet echt merkbaar, maar voor Amerikanen en burgers van de zuidelijke Europese lidstaten zijn deze maar al te reëel.
Arabische lente
In de dagelijkse Occupy college-reeks in de grote tent op het Beursplein vertellen activisten uit Portugal, Griekenland, Spanje, Chili, Egypte, de VS en andere landen wat dit voor henzelf en het dagelijkse leven van mensen in hun land betekent. Toenemende werkloosheid, drastische verlaging van de lonen en uitkeringen en enorme verschraling van publieke voorzieningen als onderwijs en gezondheidszorg.
In talloze landen leiden de bezuinigingen en de uitverkoop van publieke diensten tot massale protesten. Nu is dat niet nieuw, wel nieuw zijn de vorm en de politieke taal die deze protesten wereldwijd hebben gekregen: die van Occupy.
Grote inspiratiebron hiervoor zijn de protesten in het Midden-Oosten en vooral Egypte. De onverzettelijkheid waarmee de Egyptenaren dagenlang het Tahrir-plein bezet houden – zelfs met gevaar voor eigen leven: “Kill us but we will not move” – maakt wereldwijd enorme indruk. Evenals de voortvarendheid waarmee de bezetters een vrijwel parallelle stad uit de grond stampen met keukens, hostipaaltenten, eigen media en ook ordediensten. Dit alles zonder de hulp van gevestigde politieke en maatschappelijke organisaties.
De pleinprotesten krijgen in mei navolging in Spanje waar wekenlang het Puerto del Sol in Madrid en talloze pleinen in andere grote steden bezet worden gehouden door de Indignados, de ‘Verontwaardigden’, zoals zij zich noemen. Zij zijn verontwaardigd over het neo-liberale bezuinigingsbeleid van de regering Zapatero, maar vooral over de corrupte politieke en economische elite die de Spaanse economie door zelfverrijking en onverantwoordelijk beleid naar de rand van de afgrond heeft gebracht.
Occupy Wallstreet
De oproep van de Indignados tot een wereldwijde actiedag in september inspireert het Canadese tijdschrift Adbusters tot een paginagrote oproep in haar september editie voor de bezetting van Wallstreet. De oproep vindt massaal weerklank in talloze activistische groepen en verspreidt zich als een razende over de verschillende sociale netwerken.
Op 17 september lopen zo’n tienduizend Amerikanen getooid met protestborden, drums en leuzen scanderend richting het financiële district van Lower Manhattan om het “financiële Gomorra” van de natie te bezetten en “rechtvaardigheid te brengen naar de banken”. De politie is hen echter voor en heeft de weg naar Wallstreet geblokkeerd waarna de demonstranten noodgedwongen Liberty Street inslaan en na een aantal omzwervingen besluiten tot een General Assembly in het in die straat gelegen Zucottipark, dat direct wordt herdoopt tot Liberty Square. De naam die het droeg voordat het privé eigendom werd van Brookfield Properties en vernoemd werd naar de voorzitter van dat bedrijf, John Zucotti.
Media, commentatoren, en ook de traditionele politiek, reageren aanvankelijk wat lauw op de bezettingen. Wel komen talloze progressieve intellectuelen als Noami Klein, Noam Chomsy, Slavoj Zizek en filmmaker Michael Moore de Occupiers een hart onder de riem steken. Maar pas na een confrontatie met de politie, die een demonstratie op Brooklyn Bridge hardhandig uiteen slaat, is Occupy Wallstreet ‘hot’
In tientallen andere Amerikaanse steden zijn in de dagen daarna tentenkampen opgebouwd en worden demonstraties gehouden en acties gevoerd. In Oakland nemen duizenden betogers op woensdag 2 november de haven en enkele toegangswegen in bezit. Hierdoor komen de activiteiten in een van de drukste containerhavens van de Verenigde Staten urenlang stil te liggen. Bij de ontruiming de volgende dag worden tussen ongeveer veertig mensen gearresteerd. Occupy Wallstreet is inmiddels ook al een keer ontruimd en weer bezet. En ondanks dat de politie met steeds meer geweld kampen ontruimt of acties en demonstraties die vanuit de kampen worden ondernomen, uiteenslaat, willen de Occupiers voorlopig van geen wijken weten.
Politiek ongehoorzaam
Ook op het Beursplein in Amsterdam is men vastbesloten om te overwinteren. Occupy Amsterdam streek hier neer nadat Occupy Wallstreet had opgeroepen tot een wereldwijde actiedag op 10 oktober. Ook in Den Haag, Utrecht en talloze andere steden werden die dag, of in de dagen daarna, tentenkampen opgebouwd.
De reacties in ons land zijn aanvankelijk vergelijkbaar met die in de VS. Begrip voor de protesten van een groot deel van het publiek, maar sceptische reacties en onbegrip bij commentatoren en de gevestigde politiek. Vooral het gebrek aan een duidelijk politiek programma of doel wordt niet begrepen of zelfs veroordeeld.
De Amerikaanse filosoof Bernard Harcourt noemt de Occupy betogers in de New York Times ‘politiek ongehoorzaam’. Bij burgerlijke ongehoorzaamheid overtreden mensen de wet om aandacht te vragen voor misstanden, bij politieke ongehoorzaamheid tarten activisten de gangbare politieke logica om ruimte te creëren voor nieuwe vormen van politiek. Occupy is inderdaad niet te vangen in een ideologie of bestaande politieke stroming. De bezetters hebben geen blauwdruk voor de toekomst. Ze zijn wars van de gevestigde partijen en organisaties. Ze hebben geen leiders en formuleren, vooralsnog, geen eisen.
Zelf vinden de bezetters het nog veel te vroeg om duidelijke politieke eisen en doelstellingen te formuleren. Voor een doel is eerst een visie nodig, schrijft Occupy Amsterdam op haar website. “En dat is wat wij doen, Occupy laat een visie zien, en blijft deze ontwikkelen. Dit doen we door het debat aan te gaan, in de (sociale) media en op straat.”
Bovendien, zo voegt Occupy Amsterdam er aan toe, voordat je doelen en methoden vaststelt moet je eerst zeker weten dat je methode uitgevoerd gaat worden. “Echter door het huidige politieke systeem hebben wij geen invloed op de uitvoering van de methode. Aan het herschikken van de stoeltjes op de Titanic heeft men niets, 99 procent zit in het zelfde schuitje en we moeten een betere boot bouwen. Er kan niets veranderen zonder een nieuw systeem waarin we invloed hebben op de uitvoering van oplossingen.”
“Occupy keert zich in de eerste plaats tegen het huidige systeem”, zegt Occupier en voormalig financieel IT-consultant David Nikoloski desgevraagd. “Occupy is symbool geworden voor mensen die actie willen voeren tegen alle systematische eigenschappen van de maatschappij die in de ogen van velen, zo niet van 99 procent, niet kloppen. Het kapitalistische systeem is niet langer houdbaar, sociaal, ecologisch noch economisch. Omdat de machtselite alleen oog heeft voor de korte termijn, bestaat er voor hen geen drijfveer om het systeem te veranderen. Daarom moet dit een initiatief van het volk zijn. Occupy is een eerste poging tot het creëren van dit bewustzijn onder de 99 procent.”
Laboratorium
Maar Occupy is meer dan het creëren van bewustzijn. Het gaat ook om de creatie van een nieuwe maatschappij, een nieuwe manier van politiek en samenleven. “This is not a protest; this is a transformation”, staat er op een spandoek op het Beursplein. “Occupy is meer dan een politiek protest”, zegt de New Yorkse occupier en journalist Jesse Alexander Meyerson in een interview met de website aljazeera.com. “Het is een model voor een nieuwe maatschappij, het is zelf de eis.”
“De bezetting is eigenlijk een heel lang uitgerekte actie, een politiek protest dat permanent is geworden”, zegt de filosoof en activist Ernst van den Hemel. Tussen het lesgeven aan het Amsterdam University College door verblijft hij met enige regelmaat voor langere tijd op het Beursplein. “Daardoor is het ook een laboratorium om je ideeën te toetsen”, zegt hij. “Het permanente verblijf roept immers allerlei problemen op van praktische aard. Hoe kom je aan eten, aan wc’s? Maar ook: hoe ga je om met mensen die gewelddadig zijn, met mensen die op het Beursplein bivakkeren en dringend psychische hulp nodig hebben? Je kunt mensen niet uitsluiten als je pleit voor een maatschappij en politiek die juist niemand uitsluit. Dat vergt dus lange debatten en vergaderingen, maar ook het vinden van praktische alternatieven. Dat is een langzaam en tijdrovend proces, maar wel essentieel voor Occupy.”
Christian Scholl, docent sociale bewegingen en genderstudies aan de Universiteit van Amsterdam en een van de organisatoren van de Occupy colleges op het Beursplein, ziet in de Occupy protesten veel overeenkomsten met de andersglobaliseringsbeweging. “De actiekampen rond de bijeenkomsten van de G8 en de Wereldbank en de verschillende sociale fora werden op een zelfde ‘open space’ manier georganiseerd. Ook daaraan kon in principe iedereen deelnemen en het programma invullen. Ook daar ging het om het proces, het analyseren wat er mis is met de door het bedrijfsleven gedomineerde economie en politiek. De eindresultaten van deze analyses en debatten bleven open en deden er voorlopig niet toe.”
Strategie
Scholl ziet echter ook een heel belangrijk verschil met de andersglobaliseringsbeweging. “De actiekampen rondom de topbijeenkomsten dienden vooral als uitvalsbasis voor confronterende acties. Dat confrontatiemoment lijkt, in ieder geval in Nederland, te ontbreken. In de VS is die confrontatie er wel, bijvoorbeeld met de bezetting van de haven van Oakland. Daar heeft Occupy wel een andere dynamiek gekregen. In Europa lijkt men zich vooralsnog tot het bezetten van pleinen te beperken.”
Maar is dit niet de kern van Occupy? Het zich weer toe-eigenen van de publieke ruimten en middelen die in de afgelopen decennia eigendom zijn geworden van private partijen? Een herovering van de ‘commons’? Scholls beaamt dit. “De geheime kracht van deze beweging is inderdaad het toe-eigenen. Gewoon zeggen: dat plein is nu weer van ons – in dit geval dus van de 99 procent van de bevolking en niet van die 1 procent. Vanaf nu gaan wij deze ruimte zelf organiseren. Spannende vraag is of de dynamiek van het Beursplein en andere Occupy-protesten, die zeker nieuw is, zich uit kan breiden naar andere gebieden. Als men er in slaagt het principe van de toe-eigening en zelforganisatie op heel veel andere plekken in de maatschappij toe te gaan passen, kan dat een heel mooie strategie voor verandering opleveren.”
Wereldwijd werden er begin november maar liefst 2600 Occupy tentenkampen geteld.
Geef een reactie